woensdag 25 april 2012


Drama les: Bionisch mens

groep: 6

leerdoelen: - imiteren
                   - improviseren
inleiding (10 min):



We laten de klas eerst naar deze twee bovenstaande filmpjes kijken. Op deze filmpjes wordt laten zien hoe een robot beweegt en praat.

Na de filmpjes gaan we deze met de klas bespreken. Hoe praat en beweegd een robot nou eigenlijk?  Als de kinderen een beetje een idee hebben hoe een robot praat en beweegt gaan alle kinderen staan in een kring. Ieder kind mag zich dan voorstellen aan de hele groep met een robotstem. Als iedereen dat heeft gedaan mogen de kinderen gaan staan. Op ons teken bewegen/lopen als een robot zonder iemand anders aan te raken.

van te voren wordt ook afgesproken dat er niet wordt uitgelachen en dat we allemaal stil zijn als kinderen aan het spelen zijn (Dit is om de kinderen veiligheid te geven met het spelen)

didactische werkvormen:

- onderwijsleergesprek
- organisatievorm (kring)
- spelvorm

Materialen:

- digitaal bord

kern (15-20 min):

Als alle kinderen een keer hebben geoefend met het imiteren van een robot worden de kinderen in groepjes van 4 verdeeld.
Ieder groepje krijgt 4 kaarten. Op ieder kaartje staat iest anders.
Op de kaartje staan de 5 W'tjes:
- Wie? (bijv. Sinterklaas)
- Waar? (bijv. bij de visboer)
- wanneer? (bijv. in de toekomst)
- wat? (een diefstal)

Ieder groepje heeft 4 andere kaartjes maar ze hebben allemaal 4 w'tjes. het is de bedoeling dat de kinderen even de tijd krijgen om vanuit die 4 kaartjes een rollenspel te improviseren. Alle kaartje moeten gebruikt worden en iemand moet een robot spelen. De robot moet dus ook een belangrijke rol krijgen in het toneelstuk. In de klas staat een grote verkleedkist. De kinderen mogen zich verkleden.

didactische werkvormen:

- samenwerkingsvorm
- spelvorm

Materialen:

- 4 (w) kaartjes voor ieder groepje.
- verkleedkleren
afsluiting 15-20 min:

De kinderen gaan in een halve kring zitten.
ieder groepje mag hun toneelstukje laten zien aan de hele klas. De rest van de klas moet erachter zien te komen aan de hand van het toneelstukje wat er op de 4 w kaartjes stonden. Na ieder stukje gaan we met de hele klas evalueren: wat ging er goed? Waren de 4 w'tje duidelijk? Hoe deed de robot het? enz.

didactische werkvomen:

- opdrachtsvorm
- organisatievorm (halve kring)
- samenwerkingsvorm.
- spelvorm

materialen:

- verkleedkleren



Intro Wickie de Viking
vragen over filmpje
hoe kan je zien dat wickie een viking is?
(kleding/helm)

hoe ziet de helm eruit?
(grijs, horens, witte strepen enz.)

welke vormen heeft de helm?
(half rond het stekels en punten die eruitsteken)

waarvoor gebruiken mensen een helm?
(bescherming hoofd: ridders, viking, motorrijders enz.)

Is dit een goede helm? waarom wel/niet?
(niet omdat niet het hele hoofd wordt beschermd. wel, je kan alles nog zien)

waar moet je op letten bij het bouwen van een goede helm?
(wordt het hoofd goed beschermd? heb je nog zicht als je de helm draagt?)


 
      We beginnen de les met de intro van Wickie de Viking om de leerlingen na te laten denken over de helmen.

      De doelen:
     De kinderen kunnen van papier een helm maken die voldoet aan de volgende criteria:

            Beeldend doel:
-          De helm moet gebruikt lijken (beschadigd).
           Technisch doel:
           -          Minimaal twee verschillende materiaalverbindingen (geen gebruik van plakband en nietjes)
-          Het hele gezicht en hoofd moeten bescherm worden maar de drager moet altijd zicht hebben en het vizier moet open kunnen.
-          De helm moet gedragen kunnen worden door de ll-en
      
             Benodigdheden:
             lijm
             karton
             papier
             scharen
             splitpennen
             crêpe papier

 
Ontwerpfase/cliche doorbreken:
De leerlingen gaan een helm ontwerpen.
Ze mogen zelf weten hoe ze de helm maken.
De leerlingen gaan bedenken hoe een helm eruit ziet.

Experimentatiefase:
Er zijn alleen wel een aantal criteria: Er moeten twee verschillende verbindingen gebruikt worden en de ogen moeten beschermd worden maar het vizier moet wel open kunnen en gesloten moet je door het vizier kunnen kijken. Ook moet de helm passen. Daarnaast moet de helm het gehele hoofd kunnen beschermen.
De leerlingen werken met karton, ze mogen geen plakband en nietjes gebruiken als verbinding.

Wanneer de leerlingen klaar zijn mogen ze de helm versieren met wat crêpe papier.


Procesfase:
We gaan met de leerlingen kijken naar een filmpje van Wickey de Viking. We leggen de nadruk op de helmen die ze ophebben. We vragen aan de kinderen waarom ze helmen dragen, hoe zien helmen eruit, welke vormen hebben de helmen? enz.


Productief:
We hebben  het gehad over verschillende soorten helmen. Welke vorm hebben ze, hoe zie ze eruit en waarvoor worden ze gebruikt. Naar aanleiding van deze vragen gaan de kinderen zelf een helm maken die voldoet aan de bovenstaande criteria.


Reflectief:
Aan het einde van de les worden allen gemaakte helmen op een tafel gezet. De helmen worden beoordeeld door de leerlingen zelf. We beoordelen mondeling de werkstukken. We lopen nog eens na waar de helm aan moest voldoen. Deze zetten we op volgorde van best gelukt naar minder goed gelukt. We kiezen samen met de klas de mooiste uit en die krijgt een plekje in de klas.





Robbie Robot

Mijn naam is Robbie Robot
Ìk ben gemaakt van staal
Mijn ogen zijn twee lampjes
Dat vind ik heel normaal
Klik klak, rikketikke tik
Bliep bliep, tjeng boem

Mijn naam is Robbie Robot
Ik ben gemaakt van staal
Mijn haar is een bos draadjes
dat vind ik heel normaal
Klik klak, rikketikke tik
Bliep bliep, tjeng boem





VOORBEREIDINGSFORMULIER
BOUWPLAN VOOR HET VOORBEREIDEN VAN LEERSITUATIES





NAAM STUDENT

VAKGEBIED/ONDERWERP

STAGESCHOOL

AANTAL LEERLINGEN

STAGEGROEP

DATUM

MENTOR

DUUR

STUDIEBEGELEIDER

LOCATIE







VOORBEREIDING

BEGINSITUATIE VAN DE KINDEREN (m.b.t. het leerdoel)
KENNIS
Wat weten de leerlingen al?
De leerlingen weten wat coupletten zijn.
VAARDIGHEDEN
Wat kunnen de leerlingen al?
De leerlingen kunnen liedjes aanleren
GEDRAG
Met welk gedrag moet je rekening houden?
Leerling T heeft adhd en is snel afgeleid waardoor hij andere af gaat leiden door te gaan praten.
LESDOELEN VOOR DE KINDEREN
DOEL
Wat moeten de ll-en concreet aan het eind van de les kennen en/of kunnen en/of ervaren hebben?

De leerlingen moeten aan het eind van de les het lied in een keer meekunnen zingen.
EIGEN ONTWIKKELING
FOCUS
Wat wil ik zelf oefenen?


Rustige leeromgeving creëren en behouden





                 
OPBOUW LEERSITUATIE
                                                                                                            
TIJD
-- min
INHOUD
Waar gaat dit onderdeel over?











ORIËNTATIEFASE

(hoe maak ik de ll-en betrokken / nieuwsgierig?)
(hoe blik ik terug op dat wat eerder is geleerd?)
(hoe geef ik overzicht over het verloop en het doel van de les?)
(verwachtingen en organisatie bespreken / opdracht of taak uitleggen)
Ik begin met het verhaal over een robot.
Er is geen les voor geweest dus de terugblik is er niet.
Ik begin dus met het verhaal waarna ik vertel dat onze robot (Robbie) ook een lied had geschreven.
En omdat het zo een leuk liedje is en Robbie een sensor heeft om het lied te horen gaan wij het lied ook zingen.






















UITVOERINGSFASE
(welke activiteiten worden ondernomen om het doel te bereiken?)
We beginnen met het eerste couplet, we lezen het couplet door zodat de leerlingen weten waar het lied over gaat en hou het ongeveer gaat. Daarna zing ik het een keer voor waarna we samen de eerste twee regels zingen.
Als deze regels er goed in zitten gaan we de derde en vierde regels een keer zingen waarna we de eerste twee regels  en de derde en vierde achter elkaar gaan zingen. Als die goed gaat mogen de leerlingen ook robotgeluiden maken op het ritme, dit doen we voordat we het lied weer gaan zingen, we oefenen dit totdat het mooi op de maat is.
Als dat gelukt is gaan we het eerste couplet helemaal zingen.

Het tweede couplet leren we op dezelfde manier.

Wanneer deze in een keer gezongen kan worden zingen we het hele lied achter elkaar.

Als muzikale ondersteuning speel ik mee met de gitaar.

Als afsluiting mogen de leerlingen een tekening van Robbie maken.

Ik spreek met leerling T af dat hij een tekening van Robbie mag maken als hij het moeilijk vindt om zijn aandacht er bij te houden.










AFSLUITINGSFASE
(hoe rond je de les af? )
(op welke manier evalueer je de les en kijk je terug op de doelen?)
(vooruitblik op de komende les(sen)

Als afsluiting vertel ik dat Robbie dit wel gehoord moet hebben. Hopen dat hij ons een brief stuurt over onze zang.
Daarna vraag ik nog wat de leerlingen het moeilijkst vonden.







OPBOUW LEERSITUATIE
                                                                                                            
WERKVORM
Welke werkvorm gebruik ik?
ACTIVITEIT
Wat doen de kinderen?
ORGANISATIE & MATERIAAL
Wat heb ik nodig en moet ik klaarzetten?
Interactievormen

De leerlingen luisteren naar het verhaal

Verhaal over Robbie.
Het lied (tekst)
Gitaar
Afbeelding van Robbie (staat ook bij het lied)



Opdrachtvorm
instructievorm
De leerlingen lezen het lied, dit doen we klassikaal.
De leerlingen leren het lied in stapjes aan waarna het in z’n geheel gezongen wordt.
Het lied (tekst)
gitaar




interactievorm
We bespreken de moeilijkheden en of Robbie het wel gehoord heeft (we denken van wel)










donderdag 19 april 2012

script intro

De rollen:
- verstrooide professor
- onhandige Igor (hulpje van professor)
- Een zachtaardige robot

materialen:
-          Een robotpak (van thuis of gemaakt van karton met een oude televisie als hoofd)
-          Twee witten laboratoriumjassen.
-          Twee veiligheidsbrillen
-          Tafels tegen elkaar waar de robot op kan liggen
-          Gereedschapskist met gereedschap (hamer, sleutels en schroevendraaiers)
-          Een trom.
-          Een nep bliksemschicht (gemaakt van karton)

scène 1:
De robot ligt op een aantal tafels (de nep bliksemschicht ligt naast de robot uit het zicht van het publiek) en de professor is aan hem aan het sleutelen. Zijn hulpje geeft verschillende gereedschappen aan als de professor daar om vraagt.
Professor:          “Igor, het eind begint in zicht te komen. Mijn uitvinding is bijna klaar. Straks als hij leeft hoeven wij nooit meer te werken, want hij doet alles voor ons!
Maar zou je mij nu de schroevendraaier en sleutel 6 alsjeblieft willen aangeven?” 
Igor:                      “Ik kan ook niet wachten tot het zo ver is. Dan blijf ik de rest van mijn leven lekker op de bank zitten en laat ik me lekker bedienen door de robot en natuurlijk professor, hier zijn uw spullen.”
Igor geeft de schroevendraaier en sleutel 6 aan de professor. Tijdens het aan geven laat Igor de
Spullen vallen.

Professor:          “Potverdikkie Igor! Waarom moet jij altijd zo onhandig zijn?! Raap dit eerst maar op en haal daarna voor mij maar een kop koffie met melk en suiker.”

Igor:                      “Sorry professor, ik ben gewoon heel zenuwachtig, omdat de robot bijna klaar is.”

Igor ruimt de spullen op en geeft die aan de professor. Daarna  gaat hij weg om een kop koffie halen.

De professor sleutelt verder aan de robot. Igor komt na 10 sec. terug rennen.

Igor:                                      “P P P Prr Prr Professor….! Kom snel!!! Het stormt buiten en toen ik de ramen dicht wilde doen, sloeg ik het raam kapot. U moet me helpen om het raam dicht te maken, want binnen in de kelder bij alle elektrische apparaten regent alles nat!!

Professor:         Oh nee!! Straks maken de apparaten kortsluiting en kan ik mijn robot nooit afmaken!!

De proffessor en Igor rennen uit het beeld om het raam te maken.

Scène 2:
De robot ligt nog stil op de tafels. 5 sec. nadat de professor en Igor uit beeld zijn wordt er met de
Trom een donder geluid gemaakt. Ook wordt er met de lampen snel achter elkaar aan en uit
gedaan, Zodat het lijkt dat het onweert.  Op dat moment pakt de robot de nep bliksemschicht en
wijst de Punt naar zichzelf, zodat het lijkt alsof de robot wordt geraakt door de bliksem. Er wordt nog
een Harde slag gegeven op de trom en Daarna gaan alle lichten uit en is het dood stil…

Scène 3:
5 sec. later komen de professor en Igor terug. De brillen van de twee mannen zitten scheef. Igor is een beetje bang en loopt achter de professor aan naar de robot.
vlak voor de robot blijft de professor staan en draait zich om naar Igor.

professor:       Igor, stel je niet zo aan. Er is niets aan de hand! Doe niet zo bang.

op dat moment komt de robot overeind en gaat rechtop zitten op de tafel. Igor wijst ernaar en begint te stotteren

Igor:                p p p ppp professsssooorr.... hijjj....hij..hij leeft!! Help!! Rennen!!

de professor draait zich om en hij schrikt ook!!

Professor:      rennen!! Hij is kwaadaardig!! hij zal ons kwaad doen!

De robot staat op en wil naar ze toe lopen, maar ze rennen weg.

Robot:          wacht alsjeblieft... ik ben niet kwaadaardig, ik ben heel aardig. Ik wil helpen. Ik ben pas net op de wereld en anders ben ik helemaal alleen....

maar de professor en Igor rennen snel weg. De Robot blijft alleen achter.

Robot:          waarom zijn ze  zo bang... ik doe helemaal niets en ik kan juist heel veel klusjes doen om te helpen.  zoals stofzuigen, spinnenragen langs het hoge dak en het grasmaaien in 1 minuut en nog veel meer!

De Robot kijkt een beetje om zich heen en wordt verdrietig en begint te huilen...
Hij huilt zo hard dat de professor en Igor hem horen en ze komen terug lopen.

Professor:         hé Igor, hoor jij dat ook...?

Igor:                 ja professor, ik hoor de robot huilen... kwaadaardige dingen huilen toch niet?

professor:       daar heb je gelijk in Igor! zullen we maar naar hem toe gaan om het gerust te stellen en vragen of hij bevriend wil worden met ons?

Igor:               ja dat vind ik een goed idee professor

Igor en de professor gaan naar de robot toe om het goed te maken.

professor:     beste robot, sorry voor ons gedrag... wij waren geschrokken van de storm en toen ook een beetje van jou. kun je ons vergeven? wij willen graag bevriend met je worden.

robot:          Ja ik vergeef het jullie en ik wil graag jullie vriend zijn. Ik vind het ook leuk om te werken. zal ik voortaan bij jullie kunnen werken?

professor:    Dat is fijn om te horen en ik kan jouw hulp zeker goed gebruiken. kom maar mee dan laat ik je mijn huis zien en het stopcontact waar jij jezelf kan opladen

Igor:            Ja en ik laat je dan zien waar de olie staat om je lekker in te vetten!

robot:        Dat lijkt mij heel leuk. Ik ga met jullie mee!

ze lopen met z'n alle van het podium af.



Op het Place des Piramides staat in het midden een standbeeld van Jeanne d'Arc. Dit ruiterstandbeeld is gemaakt door Emmanuel Frémiet in 1874.
Jeanne d'Arc was een boeren dochter die geboren werd in honderdjarige oorlog tussen Frankrijk en Engeland. Op haar dertiende beweerde ze heiligen te horen in haar hoofd. Ze zeiden dat ze het land weer vrij moesten maken van de Engelsen
Ze deed zich voor als man en zorde ervoor dat ze in het leger kwam. Ze gaf de Franse soldaten weer zelfvertrouwen en hoop om de Engelsen uit hun land te verdrijven.
Dit standbeeld is gemaakt om de vernederde nederlaag in 1870 bij de Fransen te doen vergeten.
De manier waarop Jeanne is afgebeeld is erg belangrijk. Ze zit rechtop op haar paard met een vaandel hoog in de lucht gestoken. Door deze houding laat ze zien wie ze is. Zo probeert ze mensen te overtuigen.

Startvraag: Waarom is dit beeld van goud?
Onderzoeksvraag: Hoe zie je dat het een belangrijk persoon is?
Analysevraag:Waarom denk je dat de maker het op een hoge sokkel heeft geplaatst?
Speculatievraag: Hoe zou je het nog belangrijker kunnen laten lijken?
Concluderende vraag: Is het logisch dat Jeanne d'Arc zo afgebeeld wordt?

Contrast: Het beeld is volledig van goud(kleurig materiaal) hierdoor zie je dat het een belangrijk persoon uit de Franse geschiedenis is.

De Structuur: Het beeld is heel realistisch, afgezien van de kleur lijkt het net echt.

Iron man

Piraat met houten been

dinsdag 10 april 2012

thema intro

Drama intro:

Wie: robot (het bionische mens), professor en hulpje

Waar: in het laboratorium

Wat: robot komt tot leven. Hij is goedaardig maar de professor en hulpje denken dat hij kwaadaardig is.

Wanneer: heden
De scene begint met dat een robot op een tafel ligt en dat de professor en zijn hulpje aan hem sleutelen. Als de bliksem in slaat ontwaakt de robot. De robot probeert heel aardig en vriendelijk te zijn, maar de professor en zijn hulpje denken dat hij hen pijn wilt doen.

Als de robot verdrietig wordt krijgen de professor en zijn hulpje medelijden en zien ze in dat de robot toch wel aardig is. De robot gaat de professor voortaan helpen met klusjes die voor de gemiddelde mensen niet te doen zijn.

Met dit intro wordt het thema: “bionische mens” geïntroduceerd